Wladyslaw Czereba

 17-3-1957 - 13-12-2007

Na een noodlottige brand heeft Wlady het gevecht voor zijn leven op 13 december op moeten geven.

Wij wensen familie en vrienden veel sterkte met dit verlies.

De grote man is niet meer.....

Als je hem een keer had ontmoet, vergat je hem nooit meer. Ik zag Wlad voor het eerst, eind jaren tachtig, op mijn eerste werkdag in café de Toog. Er kwam een hele grote man binnen, die aan de bar kwam zitten. Dit is Wlad, en die hoeft nooit te betalen, zei mijn collega. 

Een grote man, vaak wit van 't stucgruis met een waanzinnig droog gevoel voor humor en dramatiek. We gingen vaak samen dingen doen, als koffiedrinken in een tuincentrum of zwembad. Naar Artis en naar Volendam om paling te eten maar helaas kregen Jan en ik hem niet verkleed op foto. "Ze hebben mijn maatje niet!”

Hij had een bootje waar hij de motor van ging repareren. Hij had die er uitgehaald en in zijn vaatwasmachine gezet om te ontvetten. Ik weet niet of hij er ooit nog afwas in heeft gezet, want dat ding was helemaal zwart. We gingen vaak varen, zomaar een beetje door de grachten, of naar het Nieuwe Meer en dan zwemmen. Altijd zwaaien naar mensen die hem kenden. Veel witte wijn en lachen.

Ik kreeg vaak bandjes van hem met klassieke muziek. Daar had hij een uitgesproken smaak in. Ik kan me nog een bardienst van hem in de  BEAM herinneren waar hij de hele avond iedereen gek maakte met z’n muziek. De Vier Jaargetijden en Mozart natuurlijk. Ik heb hem nooit over kunnen halen om mee te gaan naar het Concertgebouw: "Dat is toch alleen voor nette mensen, dan kijkt iedereen naar me, en trouwens ik pas nooit op zo'n stoel"

Hij had een naaimachine waar hij goed mee overweg kon. Hij verstelde en herstelde vaak kleren voor me. Toen mijn oude knuffelaap kapot was zou hij hem wel repareren. Uiteindelijk heeft hij hem naar de poppendokter gebracht en kwam hij hem brengen in de kroeg. De aap zat in z'n rugzak maar paste er niet helemaal in; z'n hoofd en armen staken er uit. Zo reed hij door de stad op de motor.

Hij won met Trivianten. Waar hij al die weetjes vandaan haalde geen idee. Wlad wist gewoon heel veel, over de meest uiteenlopende dingen.

Ik zat een keer bij hem achterop. Op die kleine Yamaha XT. Die was al te klein voor hem alleen en ik geloof dat hij op de tank zat en ik op het achterlicht. Toen reed hij een eenrichtingsverkeerstraat in, maar over het fietspad. De bekeuring voor over het fietspad rijden was goedkoper dan tegen het verkeer in wist hij. Toen ik met motorrijles bezig was, gingen we een paar keer speciale verrichtingen oefenen met de XT.

Later had hij een BMW die hij helemaal had opgeknapt. zorgvuldig gespoten compleet met mooie witte lijntjes  op de tank en spatbord. Was hij erg trots op en terecht want het was heel mooi geworden. Toen ik mijn rijbewijs net had, gingen we een stukje rijden, hij op de BMW en ik op mijn Guzzi. Hij was bezorgd. Hij bleef maar tegen me zeggen dat ik niet zo met m'n voetrem moest remmen, maar meer met m'n voorrem. Maar onder het rijden aan hem uitleggen dat mijn Guzzi 'zo’n ander remsysteem' had ging niet. Ik snapte er zelf niet zoveel van dus toen we bij het terras aankwamen om koffie te gaan drinken zei ik dat hij het dan maar zelf moest proberen. Hij parkeerde z'n BMW en reed weg op die van mij. Hard wegrijden en een paar keer remmen. Toen hij terugkwam vergat hij mijn koffers en reed z'n BMW omver. "Nou.., lekker dan!" Later had hij uitgezocht hoe dat zat met mijn remmen.

Hij vroeg me ook eens mee uit eten. Waar we naar toe gingen was een verrassing: " Niets bijzonders hoor" Was er een etentje in de Elandsstraat. Heerlijk gegeten en vreselijk gelachen. Of naar een cocktailparty in de BEAM, kwam hij me halen uit Carré. Dat was in z'n "slanke" periode.  Kwam een van de dansers naar binnen met de mededeling dat er een grote enge man voor de deur stond. Stond-ie in het half donker, geleund tegen een boom te wachten met een zwarte hoed op. Omdat ik de volgende ochtend een matinee had, had ik gezegd dat hij me om half drie moest wegsturen als ik er nog was. Vele cocktails later werd ik in m'n nek gegrepen en de trap af gedragen; "t Is al kwart voor drie!"

Zoals Obelisk roept “AANVALLEN!” kon Wlad ineens uit het niets “MOZART!” roepen. Hij kon vreselijk ondeugend zijn en ook baldadig. Vooral als hij jenever ging drinken. Mopperen, schelden en snurken kon hij als de beste. Soms noemde hij me een bemoeial.

Maar hij vergat nooit mijn verjaardag, gaf me dan oorbelletjes of een kleurboek. Had altijd een luisterend oor, zocht altijd de stevigste stoel uit. Kon heerlijke gehaktballen maken, kwam helpen met puinruimen toen ik thuis door de vloer was gezakt. Trok nooit partij. Was nooit te beroerd om te helpen met het gezellig opeten van alles. Noemde z'n kat Lorre. Had gevoel voor stijl en hij had een donorcodicil.

Bijna 20 jaar heb ik hem gekend, bijna de helft van mijn leven. Veel fijne herinneringen aan een man die vaak zo verrassend anders bleek te zijn dan hij er uitzag.

 

Renée Roelofs